De 'clochard' van het bos, maar enkele milimeters groot en zichzelf bedekkend met prooidieren, mos en zandkorrels. Onherkenbaar wandelen deze larven van de Gaasvlieg over bladeren op jacht naar o.a. bladluizen, bladvlooien, schildluizen, mijten, spinten en rupsen. Met de cikkelvormige holle kaken grijpen ze hun prooi en zuigen deze leeg. Daarna worden de restanten op de rug gedrukt en vormen zo een zeer goede camouflage. Gaasvliegen behoren tot de orde van de Netvleugeligen Neuroptera en hebben vooral als larve een grote voorkeur voor bladluizen. Bijzonder dat ik nu net een gaasvlieglarve vond die een slakrups Luffia lapidella had gekraakt. Deze slakrupsen camoufleren zichzelf ook bijzonder goed, toch is deze kennelijk opgevallen door een oplettende gaasvlieglarve en ten prooi gevallen.
21-09-2008, Amsterdamse bos